Het woord ‘zijn’ wordt zowel in het dagelijks leven als in de filosofie op allerlei verschillende manieren gebruikt. Zo kunnen we zowel van mensen als van dingen zeggen dat ze ‘zijn’ of ‘iets zijn’. Dit gebruik van het woord ‘zijn’ verhult volgens Heidegger het radicale verschil tussen de wijze waarop mensen existeren en waarop dingen zich aan ons voordoen. In zijn hoofdwerk Sein und Zeit (1927) ontwikkelt Heidegger een originele analyse van de wijze waarop mensen zich tot hun omgeving verhouden. Deze analyse zal Karin de Boer als uitgangspunt nemen om Heideggers vroege filosofie te verhelderen. Daarbij zal ze tevens kort ingaan op de betekenis van Heideggers denken voor onze eigen tijd.
Dr Karin de Boer doceert geschiedenis van de moderne filosofie aan de Faculteit Wijsbegeerte van de RUG. Zij promoveerde op Denken in het licht van de tijd: Heideggers tweestrijd met Hegel (1997), vertaald als Thinking in the light of time: Heidegger's encounter with Hegel (Albany, N.Y., 2000). Daarnaast schreef ze diverse artikelen in internationale tijdschriften en is thans bezig met een boek over de relatie tussen Hegel en Derrida. Een recent Nederlandstalig artikel van haar verscheen in Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte 95 (2003), nr. 4 over Hegels begrip van de seksuele differentie.