In april 2006 organiseerde de GSW in samenwerking met de Openbare bibliotheek een speciaal programma van lezingen rond het thema Niets dan de waarheid. De lezingen vonden plaats in de Openbare Bibliotheek (Oude Boteringestraat 18).
Pieter Sjoerd Hasper studeerde geschiedenis en filosofie in Groningen en promoveerde in 2003 op een proefschrift over continuïteit en oneindige deelbaarheid in de Oudheid. Zijn lezing gaat over de vraag of je de waarheid kan achterhalen door in je stoel te blijven zitten en na te denken. Volgens sommige filosofen kan dat wel: door aan te tonen dat een bepaalde voorstelling van zaken innerlijk tegenstrijdig is en dus onmogelijk waar kan zijn, toon je aan dat het tegendeel waar moet zijn. Op deze manier hebben filosofen betoogd dat het universum niet oneindig oud kan zijn, dat er wel kleinste deeltjes móéten bestaan en zelfs dat er geen beweging kan zijn en dat alles stil moet staan - zonder enig wetenschappelijk onderzoek te doen, maar alleen door na te denken. Wij zullen een paar van dergelijke redeneringen bekijken, die alle iets met oneindigheden te maken hebben. Het oneindige blijkt een bron van verkeerde ideeën, maar ook van vreemde waarheden.
Job van Eck is universitair docent filosofie van de Oudheid in Groningen. Hij is gepromoveerd op een proefschrift over de logica. Zijn onderzoek richt zich met name op de metafysica en logica van Plato en Aristoteles. De lezing gaat over het begrip waarheid in de Griekse Oudheid dat globaal op twee wijzen wordt gebruikt: namelijk in de zin van werkelijkheid, als tegenstelling van schijn en als tegenstelling van onwaarheid, leugen. Aan bod komen de filosofen Aristoteles, Parmenides, Protagoras en Plato. De spreker zal ingaan op de kloof die in het denken ontstond tussen de echte werkelijkheid en de werkelijkheid zoals deze zich aan ons voordoet. Is er een objectieve waarheid, of zijn er evenveel waarheden als er meningen zijn?
Arjo Vanderjagt is bijzonder hoogleraar in de Ideeëngeschiedenis en hoogleraar Middeleeuwse Studiën in Groningen. Hij publiceerde vele artikelen over middeleeuwse filosofie, neoplatonisme, Arabische filosofie en het noordelijk humanisme. In de Middeleeuwen is veel nagedacht over het begrip waarheid en de vele facetten ervan. In deze bijdrage wordt vooral aandacht gegeven aan de opvattingen van Anselmus van Canterbury (+1109) en Thomas van Aquino (+1274). Doorgaans vatten wij waarheid op als een beschrijving van bewerende zinnen. Met andere woorden: Het regent kan waar zijn al dan niet naar gelang van de betreffende weersgesteldheid. Deze opvatting over waarheid ligt ten grondslag aan wetenschappelijke verklaringen: vaak wordt hieraan de omschrijving gegeven van de overeenstemming tussen wat gezegd wordt en de werkelijkheid Maar er zijn naast deze waarheid ook andere opvattingen van waarheid denk maar aan ware in ware liefde, of Waarheid wanneer deze op God wordt betrokken.
René Boomkensis hoogleraar sociale en cultuurfilosofie in Groningen. Zijn onderzoek richt zich op de moderne ervaringswijze, in het bijzonder op de rol van de stad en de stedelijke cultuur. Belangrijke themas in zijn onderzoek zijn globalisering en identiteit. De lezing zal gaan over waarheid in modernisme en postmodernisme. Staat het modernisme van de eerste helft van de 20ste eeuw voor een vertrouwen in de waarheid van de wetenschap en de vooruitgang van de kennis, dan gaat in het postmodernisme van de laatste decennia van die eeuw dat vertrouwen meer en meer verloren. Wetenschap blijkt ineens toch vooral ook mensenwerk en dus feilbaar. Van de ene waarheid is geen sprake meer, en wetenschappelijke kennis vertegenwoordigt slechts één verhaal of perspectief naast vele andere verhalen en perspectieven. Betekent dit een terugval in cultuurrelativisme en willekeur, of biedt deze nieuwe situatie nieuwe perspectieven voor het denken, de kennis en de waarheid?